woensdag 4 februari 2009

Les 1

Helaas weer zonder plaatjes

Les 1, Impressionisme

Beginsituatie
De kinderen hebben al verschillende lessen gehad met betrekking tot kunst. Ze hebben het echter nog nooit gehad over het impressionisme. Ze weten er dus nog niets van af.

Lesdoelen voor de leerlingen
- Aan het eind van de les weten de kinderen wat de kenmerken van het impressionisme zijn.
- Aan het eind van de les weten de kinderen hoe het impressionisme is ontstaan.
- Aan het eind van de les weten de kinderen wat van invloed was op de impressionisten.

Organisatie
De kinderen zitten tijdens de les gewoon op hun plaats. Ze blijven hier de hele les zitten. Wel mogen ze bij sommige onderdelen van de les samenwerken.

Materiaal.
- Werkbladen
- Bijlage 1
- Bijlage 2
- Bijlage 3
- Potloden

Inleiding (15 min)
Je laat de kinderen de schilderijen zien die in bijlage 1 en 2 zijn toegevoegd. Je voert met de kinderen een gesprek over deze schilderijen. Je kan vragen stellen als: je vraagt aan de kinderen was ze zien. Is dit een speciaal schilderij of heb je er wel eens vaker wat van gezien? Wat zie je precies in het schilderij? Kunnen ze zijn hoe het precies geschilderd is? Wie zou het geschilderd hebben?

Als je een kort gesprekje met de kinderen hebt gehad over de schilderijen vertel je ze dat ze een aantal lessen gaan besteden aan het impressionisme. Dit is een schilderstijl. Deze les zullen ze er veel meer over te weten komen.

Kern. 30 min.
Zie bijlage 3. Maak het werkblad met de kinderen. Het hangt van de klas af of je dit klassikaal doet of zelfstandig. Dit moet je zelf beslissen.

Afsluiting. 15 min.
Ga verder met het werkblad over het pointillisme.

Bijlage 1

Bijlage 2

Bijlage 3
Het impressionisme
De schilderstijl ‘impressionisme’ begon ongeveer in 1863 en eindigde in 1914. Het wordt altijd gezien als een Franse stroming. Dit komt omdat de schilders uit Frankrijk het bekends waren. De impressionisten schilderden wat ze zagen, de werkelijkheid. In die tijd was dat makkelijk te doen omdat ze de spullen mee naar buiten konden nemen en er veel te zien was. Kleuren die niet in de natuur voorkwamen, kwamen ook niet voor in de schilderijen.

De impressionisten zetten zich af tegen de bestaande stroming in de kunst, namelijk het classicisme. Wat ze schilderde was niet normaal in die tijd. De schilders van het classicisme keurde het dan ook af. Pas in 1874 was de eerste grote tentoonstelling van de impressionisten. Ze noemde het ‘salon van de onafhankelijke’. Ze trokken zich dus niets aan van de andere schilders. Omdat hij de schilderijen impressies vond, noemde hij de schilders de impressionisten. De impressionisten namen deze naam over.

Teken in het vak hieronder in 5 minuten een impressie van iets wat je in de klas ziet.

Kenmerken van het impressionismeIn de tijd voor de impressionisten gebruikte men vaak een donkeren, zwarte achtergrond. De impressionisten maakte juist gebruik van een lichte achtergrond. Ze gebruikte vooral olieverf. Ze schilderde wat ze zagen, de eerste indruk. Er zit dus altijd een persoonlijk tintje aan de schilderijen. De impressionisten schilderde heel snel. Wat ze zagen moest voor hun gevoel gelijk op het doek komen. Ook de schaduwen werden niet in het zwart geschilderd maar in zuivere kleuren, meestal paars.

Ook maakte de impressionisten meestal geen gebruik van details. Deze zie je zelf namelijk ook niet in een momentopnamen. Verschillende kleuren werden tegen elkaar aangeplaatst, ze werden niet gemengd. Ze schilderde soms wel verschillende kleuren over elkaar heen. Ze schilderde vaak in de buitenlucht. De schilders zette vaak korte strepen. Daardoor zag je het mooie van de schilderijen vaak op grotere afstand van het doek.

Een paar schilders en hun kenmerken zijn:
Renoir: Hij gebruikte veel koude en donkere kleuren in vergelijk met de andere impressionistische schilders. Hij schilderde vaak vast vormen. Het liefs opstellingen en mensen.
Van Gogh: Hij gebruikte veel felle kleuren met zichtbare lijnen tussen de kleurvlakken door. De schilderijen van Van Gogh zaten vaak tussen de werkelijkheid en het verzonnen in. Hij maakte veel gebruik van persoonlijke tinten aan de schilderijen.
Monet: Monet gebruikte veel licht en ook veel verschillende kleuren. Hij schildert met veel korte strepen van het penseel, waardoor de schilderijen er van dichtbij vaak slordig uitzagen.

Welke schilder van de 3 bovenstaande schilders hoort bij welk schilderij.

a……………………. b……………………. c…………………

De maatschappij tijdens het impressionisme
De wereld veranderde heel erg tijdens het impressionisme. De mensen waren minder vaak boeren en gingen meer in de fabriek werken. Er werden veel uitvindingen gedaan en de economie veranderde heel erg. In fabrieken begonnen steeds belangrijker te worden. Veel mensen gingen in de stad wonen. Omdat er zoveel mensen woonde, was er veel armoede.
Deze veranderingen vonden vooral plaats in Frankrijk, waar ook het impressionisme is ontstaan. De leiders van Frankrijk stonden onder druk en er was veel oorlog. Dingen die invloed hadden op de impressionisten waren:
- Het landschap. Ze schilderde veel landschappen en werkte ook veel in de vrije natuur.
- De Romantiek. Dit is een periode waarin mensen zich gingen afkeren van wat ‘normaal’ was. Ook de impressionisten gingen hun eigen gang met schilderen.
- De industriële revolutie. De schilders wilde vluchten van de fabriek.

In de industriële revolutie was het ook makkelijker om te reizen en buiten te werken.
Goed of fout!
De impressionisten kijken erg veel naar de andere kunstenaars in die tijd. Goed / fout
De tijd waarin de impressionisten leefde was erg zwaar. Goed / fout
De tijd waarin de impressionisten opkwamen heet de Verlichting. Goed / fout
Overdag werken de impressionisten in de fabrieken. Goed / fout
De industrie had invloed op de impressionisten. Goed / fout

Het pointillisme
Het pointillisme is een stroming die lijkt op het impressionisme. De schilders hadden bijna alle kenmerken die de impressionisten ook hadden. Alleen bestonden hun schilderijen uit allemaal kleine puntjes.

Teken iets in de pointillistische stijl


Antwoorden
a. Monet
b. Renoir
c. van Gogh

Fout
Goed
Fout
Fout
Goed

Les 2

Les 2 Nederlands versus Frans

Beginsituatie
De kinderen kennen de algemene kenmerken van het impressionisme en kunnen deze ook herkennen.

Lesdoelen voor de leerlingen
Aan het eind van deze les zijn de kinderen in staat de verschillen tussen de Nederlandse impressionist Isaac Israëls en de Franse impressionist Monet benoemen en onderscheiden in hun werk.

Organisatie
De kinderen blijven in het lokaal. U kunt de kinderen tijdens de kern van deze les de mogelijkheid geven om in tweetallen te werken. Dit hangt van de klas af.
Materiaal- werkbladen ‘zoek de verschillen’- antwoordblad ‘zoek de verschillen’- informatie Israëls en Monet

Inleiding 10 minuten
Tijdens de inleiding van deze les vertelt u de kinderen iets meer over de Nederlandse impressionist Isaac Israëls en de Franse impressionist Monet. U vertelt iets over hun achtergrond en de typische kenmerken van deze impressionisten.Vervolgens vertelt u dat er ook een aantal verschillen tussen de Nederlandse en Franse impressionisten te benoemen zijn. De kinderen gaan dit eerst zelf uitzoeken.

Kern 30 minuten
In de kern van de les gaan de kinderen eerst zelf proberen uit te zoeken wat verschillen kunnen zijn tussen Nederlandse en Franse impressionisten. Zij doen dot aan de hand van het werkblad ‘zoek de verschillen’. Hierop staan twee schilderijen afgedrukt. De eerste afbeelding is een schilderij van de Nederlandse impressionist Isaac Israëls en de tweede afbeelding is een schilderij van de Franse impressionist Monet. De kinderen moeten zelf verschillen gaan zoeken en uiteindelijk proberen op te schrijven boven de afbeeldingen of het schilderij van een Nederlandse of Franse impressionist is.

Slot 10 minuten
Tenslotte kijkt u samen met de kinderen het werkblad na. U bespreekt de verschillende antwoorden van de kinderen. Wanneer u het eerst met de kinderen over hun antwoorden hebt gehad, bespreekt u de kenmerkende verschillen tussen de impressionisten. De kinderen mogen (naar eigen keuze) de werkbladen mee naar huis nemen.


Isaac IsraëlsIsaac is op 3 februari 1865 geboren in Amsterdam. Zijn vader was ook schilder, dus het zat in het bloed. Hij had de schilderambitie niet van een vreemde. Zijn moeder was niet zo van het schilderen. Zij hield zich liever bezig met de literatuur. Ook Isaac en zijn vader waren hier erg in geïnteresseerd. Al op jonge leeftijd kreeg de naam Isaac Israëls al een goede naam. De naam werd vaak genoemd onder de mensen en hij groeide uit tot een groot impressionist. Isaac heeft zijn leven door veel gereisd, naar zoal Londen, Engeland en Frankrijk.In 1894 is Isaac zijn moeder verloren en zo’n 17 jaar later moest hij ook verder leven zonder vader. Hij heeft zijn leven weer goed opgepakt en veel bekendheid gemaakt. Op 69-jarige leeftijd is Isaac Israëls verongelukt.

Oscar Claude MonetMonet is op 14 november 1840 geboren in Parijs. Hij woonde lang samen met zijn vader, moeder en broer. Monet had helemaal geen inspiratie van huis uit. Zijn ouders hadden een kruidenierszaak en waren helemaal niet met de schilderkunst bezig. Op 17 jarige leeftijd is Monet zijn moeder verloren. Zij tante heeft de plaats van zijn moeder ingenomen. Claude Monet heeft een aantal jaren in het leger gezeten, maar dat was toch niet wat hij wilde. Ook MOnet heeft zich als een groot impressionist weten te ontwikkelen, met in 1872 zijn eerste echte grote werk als impressionist: ‘Impressie, zonsopgang’. De laatste paar jaren van zijn leven heeft hij niet veel meer kunnen schilderen. Hij leed aan een oogziekte, waardoor hij alles niet zo goed meer kon zien. In 1925 is Oscar Claude monet op 85 jarige leeftijd aan de gevolgen van kanker overleden.

Werkblad

Land: …………………………….. Land: ……………………………..














Schrijf hieronder enkele verschillen tussen de schilderijen op:
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………....…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………....…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………....…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………....…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………....…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………....…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………....…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………....…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………....…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………....…………………………………………………………………

Antwoorden
Verschillen:
Isaac Israëls:
- is meer op de werkelijke mens gericht- maakte veel gebruik van de wat sombere kleuren
- had eerst zijn twijfels over het schilderen
- had meer voorkeur voor het schilderen van personen

Oscar Claude Monet:
- schilderde veel in de natuur
- maakte veel gebruik van de kleuren groen en geel
- wist meteen dat schilderen het einde was
- Schilderde veel natuurverschijnselen en natuurlijke omgevingen

Theoretisch deel

De geschiedenis van het impressionisme
Het impressionisme beslaat een korte maar heftige tijd in de kunstgeschiedenis. Het begin jaar van het impressionisme wordt vastgesteld op 1863. Het eindjaar van het kunsttijdperk impressionisme is 1914. Het begin van de eerste wereld oorlog wordt gezien als het abrupte einde.

De maatschappij in de tijd van het impressionisme
In de beginjaren van het impressionisme veranderde de wereld van de West-Europeanen ingrijpend. De agrarische samenleving veranderde naar een industriële samenleving. Er werden veel uitvindingen gedaan en het leven van de West-Europeanen kwam op zijn kop te staan. De economie veranderde ingrijpend. De industrie en de fabrieken werden de belangrijkste werkplaatsen en veel mensen trokken naar de steden. De steden konden deze grote intocht van mensen niet aan, en dus leefde veel mensen onder de armoedegrens. Deze periode werd wel gezien als een afsluiting van een slechte periode, en het begin van een nieuwe periode. Dit wordt ook wel het ‘fin de siècle’ genoemd.

Deze verandering van de maatschappij vond ook plaats In Frankrijk waar het impressionisme is ontstaan. De leiders van Frankrijk stonden onder druk. Frankwijk was betrokken bij een paar oorlogen en kreeg een nieuw leiderschap, het werd een Republiek.

Het impressionisme
Het impressionisme is dus in Frankrijk ontstaan en wordt ook altijd gezien als een Franse stroming. De schilders van het impressionisme wilde schilderijen en kunstwerken maken vanuit hun beleving. Ze schilderen wat ze zagen, de werkelijkheid. Dit was in deze tijd gemakkelijk te doen, omdat er meer kans was om buiten het atelier te gaan schilderen. Hierdoor konden schilders ook samenkomen en werd er naast schilderen ook gediscussieerd over kunst. De schilderingen waren vanuit de natuur geschilderd en precies zoals ze gezien werden. Kleuren die niet in de natuur voorkwamen werden dan ook niet gebruikt. Door sommige wordt er ook wel gezegd dat de impressionisten schilderden uit een verliefd oogpunt. Alles werd net even mooier gemaakt dan dat het eigenlijk was.

De impressionisten zetten zich af tegen de bestaande kunststromingen: de classicisme. Ze verzamelde zich. Hun onderwerpen en ideeën waren niet allerdaags en werden afgewezen door de bestaande ‘officiële’ kunstenaars. De eerste grote tentoonstelling van de impressionisten vond plaats in 1874. Schilders die hier bijvoorbeeld tentoonstelde waren Claude Monet, Edgard Degas en Berthe Morisot. Ze noemde hun tentoonstelling ‘Salon des independants’ wat salon van onafhankelijke betekend. Dit laat zien dat de impressionisten zich niets aantrokken van de bestaande kunstwereld en hun eigen plan trokken. De groep noemde zich ‘het Société anonyme des artistes, peintres, sculpteurs, graveurs etc.

Door de bestaande kunstwereld werd de tentoonstelling vol afschuw bekeken. Ze vonden dat de kunstenaars verkeerde onderwerpen schilderde en slordig schilderde. Ook werden de schilderijen slecht beoordeeld in de tijdschriften. In het bekende Parijse blad ‘Charivari’ maakte de journalist Louis Leroy een schilderij van Claude Monet (Impression du soleil levant) zwart. Met het citaat: ‘Inderdaad, een ‘impressie’! Er moet zich daar ergens een impressie bevinden. En wat een vrijheid, wat een stoutmoedige uitvoering! Behangpapier is in zijn ruwe vorm zorgvuldiger dan deze zee van verf’(www.kunstbus.nl, 2008). Hij noemde de schilders van de tentoonstelling ‘impressionisten’. Eerst was dit sarcastisch bedoeld, maar de impressionisten vonden het bij zich passen en namen deze naam aan voor de stroming die ontstaan was.

Invloeden op het impressionisme
- Landschapskunst
De impressionisten schilderden zoals eerder genoemd veel landschappen. Het werk van andere landschapkunstenaars was een grote invloed hierop. De school van Barbizon, een groep schilders die vanaf 1830 in de vrije natuur werkte, is hier een voorbeeld van. Ook kunstenaars zoals William Turner en de Nederlander Johan Barhold waren van invloed op de impressionisten.

- De Romantiek
De Romantiek was een periode waarin mensen een afkeer kregen van de academische kunst. Volgens de kunstenaars was deze te formeel. Echte kunstenaars zouden tegen de gevestigde orde strijden, zoeken naar een eigen stijl en niet meelopen met de rest. In de Romantiek was de natuur heel belangrijk voor de mensen. Ze vonden daar hun eigen grondslag terug. In het impressionisme is de natuur ook heel belangrijk. Er was het verlangen om één te worden met de natuur, zo konden ze vluchten van de industrie.

- De industriële revolutie
Deze revolutie had een duidelijk effect op het leven en werken van de impressionisten. In die tijd waren veranderingen van de wereld nog niet aan de orde van de dag. Door de groei van mogelijkheden om te reizen kwamen de kunstenaren vaker bijeen. Ze konden ook naar andere landen reizen en daar schilderingen van maken. Ook kwam er door de industriële revolutie een bevolkingsgroep die rijk was, een goede afzetmarkt voor de kunstenaars.

Ook kwam in de industriële revolutie een opkomst van natuurwetenschap. Dit ging een belangrijke rol spelen in Frankrijk. De bestaande kunst paste niet goed bij deze wetenschappen en het impressionisme wel.

Wat schilderde de impressionisme
De bekendste werken van de impressionisten waren natuurlijk de natuurlandschappen. Dit was echter niet het enige wat ze schilderden. De impressionisten schilderde alles wat ze er mooi genoeg voor vonden. Veel trokken hiervoor de natuur is maar het kon ook bij de eigen tuin blijven. Ook werden er voorstelling geschilderd zoals theater en dansvoorstellingen.

Kenmerken van impressionisme
In de tijd voor de impressionisten gebruikte men vaak een donkere, zwarte achtergrond. De impressionisten maakten juist gebruik van lichte, witte canvas doeken en beschilderden deze met olieverf. De impressionisten gebruiken hun eigen stijl. Ze schilderen wat ze zien, dus wat hun impressie en eerste indruk is. Daardoor zit er op de schilderijen altijd een persoonlijk tintje aan de werkelijkheid. Deze stroming is de overgang van de oude naar de moderne kunst. Impressionisme komt voor in de schilderkunst en een klein beetje in de beeldhouwkunst. Het komt niet voor in de bouwkunst. De schilders schilderen wat ze zien. Dit brengen ze snel op hun doek aan, zodat het geschilderde een momentopname is. Ze maken daarbij gebruik van het lichtval en schilderen alleen met zuivere kleuren (kleuren van het spectrum), dus geen zwart. Normaal werden de schaduwen met zwart weergegeven. Bij het impressionisme is dit dus niet het geval. Ook de schaduwen worden met zuivere kleuren geschilderd.

Naast het geen zwart gebruiken, schilderen de impressionisten ook geen details. Deze vallen namelijk ook niet op tijdens een momentopname. Ook worden de omtreklijnen weggelaten, de verschillende kleurvlekken worden naast elkaar geplaatst. Vaak schilderen deze schilders plain-air (in de buitenlucht), de natuur is dan ook vaak het onderwerp van hun kunstwerk. Af en toe worden er ook portretten en taferelen geschilderd.

De schilders zetten korte penseel streken. Ze mengen geen kleuren, maar zetten deze naast en door elkaar, waardoor het werk er elke keer weer net wat anders uitziet. Wel schilderen ze verschillende kleuren over elkaar heen. Dit doen ze wanneer de verf nog nat is. Impressionisten maken gebruik van het lichtval dat ze zien tijdens het schilderen. Doordat het lichtval buiten constant verandert, zien de schilderijen er vaak slordig uit. Pas wanneer je ze van een afstandje bekijkt, zie je het mooie van het schilderij. Naast het veranderen van het lichtval, zijn er ook een heleboel verschillende soorten lichten. Zo is er zon licht, kunstlicht, direct licht, weerkaatst licht, naar het tijdstip verschillend licht, en licht dat door de ondergrond (ruw of glad) geabsorbeerd wordt of juist gaat schitteren.

De schilderijen die de impressionisten in Nederland hadden geschilderd, zagen er vaak wat minder vrolijk en kleurrijk uit. Dit kwam doordat het weer hier minder goed was. En aangezien de schilders, schilderen wat ze zien, zie je het weer van Nederland terug in de kunstwerken

Isaac Israels
Isaac Israels werd op 3 februari 1865 geboren in Amsterdam. Hij is de zoon van de schilder Jozef Israels en Aleida Schaap. Hij had een zus, Mathilda Anna, zij was een jaar ouder dan Isaac. Isaac zijn vader was een beroemd schilder in de 19e en het begin van de 20ste eeuw. Zijn vader was niet alleen heel erg op het schilderen gericht, maar ook op het schrijven van boeken Ook de moeder van Isaac, Aleida, was erg geïnteresseerd in literatuur. De omgeving waar Isaac in opgroeide was erg stimulerend voor Isaac. Hij kwam van jongs af aan dagelijks in aanraking met literatuur en de schilderkunst. Hij las op 16 jarige leeftijd “Dante en leopardi” in het Italiaans.

Op zijn 13e maakte Isaac samen met zijn ouders en zus een reis door Europa. Isaac heeft daardoor weinig onderwijs gehad, maar zijn talenkennis heeft hij tijdens deze reis goed ontwikkeld. Isaac zijn ouders waren al snel van mening dat zijn zoon een groot talent had voor tekenen en schilderen. Hij kon zich beter op die vakken gaan concentreren in plaats van naar school te gaan. Hij heeft even gestudeerd aan de Haagse Academie.
Isaac heeft zijn debuut gemaakt op de ‘Tentoonstelling van Levende Meesters’ in Den Haag met het schilderij De trompetles in de kazerne. Vervolgens schilderde hij Begrafenis van de jager en Het transport der kolonialen. Op zijn 19e was zijn naam al groot onder de schilders.

Isaac heeft een tijd zijn twijfels over het schilderen gehad. Hij wist niet zo goed of dit wel was wat hij wilde. Hij wilde de werkelijkheid in beeld gaan brengen. Dit heeft hij in eerste instantie gedaan met het tekenen van Belgische landschappen en portretten. Deze werkwijze ging hij ook in Nederland uitvoeren. Zijn nieuwe werk werd niet heel erg bewonderd en kreeg weinig bekendheid. Zijn ouders maakten zich zorgen. Maar gingen dan toch akkoord.
In 1894 stierf zijn moeder. Isaac is veel gaan reizen, om aan nieuwe werken te komen en zijn bekendheid te vergroten. Rond 1900 hield Isaac zich bezig met het schilderen twee mannequins bij Hirsch van modellen. In 1903 is hij een modestudie gaan volgen in Parijs. Daar maakte hij zijn beste werken. De onderwerpen van zijn succesvolle werken zocht hij in de modewereld, cafés, cabarets en theaters. Ook heeft hij veel van het straatleven van Amsterdam vastgelegd in zijn schilderijen. Hij stelde zijn schilderijen tentoon in Amsterdam. In Parijs was hij niet heel bekend.

Hij vervolgde zijn carrière in Engeland, Londen. Door de oorlog in 1914 mocht hij niet meer op straat werken. Hij reisde naar Zwitserland om daar te schilderen. Toen hij terugkwam was er veel veranderd. Vanaf 1922 leidde hij een teruggetrokken bestaan. Op 7 oktober 1934 overleed hij door een auto ongeluk.

Oscar-Claude Monet
Oscar-Claude Monet werd op 14 november 1840 geboren in Parijs. Hij is de tweede zoon van Claude Adolphe Monet en Louise-Justine Aubry. De familie van Oscar bestond uit vader, moeder, zoon Léon en Oscar-Claude Monet. Zijn ouders hebben geen ervaring op het gebied van schilderkunst. Toen Oscar-Claude Monet 5 jaar oud was, verhuisde hij met zijn hele familie naar Le Havre. Hier leerde Oscar-Claude de schilder Boudin kennen. Boudin leerde Oscar-Claude verschillende schilderkunsten. Hij leerde onder andere de basistechnieken van het schilderen met olieverf en een aantal technieken om op straat te werken. Op de middelbare school werd Oscar-Claude vooral bekend om zijn karikaturen. Hij was in tegenstelling tot Boudin erg geïnteresseerd in het schilderen van landschappen.
Op 19-jarige leeftijd besloot Oscar-Claude een schilderstudie in zijn geboortestad Parijs te gaan volgen. Maar het bood hem niet datgene wat hij wilde. Hij werd al snel opgeroepen om in dienst van het leger te gaan. Hij werd uitgezonden naar Algerije. Dit vond hij helemaal niets, maar er zomaar vertrekken was ook geen optie. Een tante van Oscar-Claude heeft hem vrijgekocht, op voorwaarde dat hij zich zou gaan storten in het kunstonderwijs.

Dit deed Oscar-Claude Monet, en hij kwam weer terug naar Parijs. Hij is hier gaan studeren aan de ‘Zwitserse school’. Hij raakte bevriend met 3 andere studenten aan de ‘Zwitserse school’. Pierre-Auguste Renoir, Frédéric Bazille en Alfred Sisley werden goede vrienden en collega’s en zij worden dan ook wel de grondleggers van het impressionisme genoemd. Zij waren vaak samen te vinden in Fountainbleau. Dit is een bos vlakbij Parijs, waar zij in een mooie omgeving in de openlucht konden schilderen. Oscar-Claude is daar in plaats van donkere kleuren en veel schaduwen gebruik gaan maken van veel verschillende kleuren en open ruimtes.
Ondanks het heel goed liep met de nieuw ontwikkelde stijl van de vier maatjes, wilde Oscar-Claude ook binnenkomen in de erkende schilderswereld. Hij maakte daarom een aantal schilderijen aan de normen die aan de schilderijen gesteld werden. Een aantal van deze werken werden goed ontvangen door de “Salon”. Maar een echt succes was er niet voor Oscar-Claude. In 1872 kwam daar zijn eerste grote succes als impressionist, “Impressie, zonsopgang”. Dit was een schilderij van een zonsopgang in Le Havre.

De laatste paar jaar van Oscar-Claude zijn leven leed hij aan staar. Operaties waren niet mee mogelijk. Deze ziekte was in zijn schilderijen goed terug te zien. Er werden rare kleurencombinaties gebruikt.Oscar-Claude Monet is op 5 december 1925 op 85-jarige leeftijd gestorven aan kanker.
(Carla Rachman, 1997) (www.kunst-en-cultuur.infonu.nl)

Nederlands en Frans impressionisme
Het Nederlandse en Franse impressionisme komt niet helemaal met elkaar overeen. Er zijn een paar duidelijke verschillende te onderscheiden.
Een algemeen kenmerk voor het impressionisme is dat de schilders op canvas doek schilderen met olieverf. Zij maken geen gebruik van plakkaatverf, maar alleen oliever wordt gebruikt. De impressionisten schilderen wat ze zien. Vaak in de buitenlucht. De Franse impressionisten schilderden vaak natuurlandschappen. Zij waren veel in de buitenlucht aanwezig, en schilderden de omgeving die ze op dat moment zagen. Terwijl de Nederlandse impressionisten, zoals Isaac Israëls veel meer de werkelijke mens schilderde. Hij was minder op de natuur gericht, maar meer op de mensheid.

Nog een opvallend kenmerk tussen de Nederlandse en Franse impressionisten is het kleurgebruik. De schilderijen van de Nederlandse impressionisten zijn over het algemeen veel somberder. Er is meer gebruik gemaakt van donkere kleuren. Dit heeft ook wel een reden. In Nederland is het vaak slecht weer. Er zijn veel sombere dagen. En omdat impressionisten schilderen wat ze zien, komt ook het slechte weer naar voren. In Frankrijk is het daarentegen veel lekkerder, vrolijker weer, daardoor zien de schilderijen van de Franse impressionisten er ook anders van kleur uit.

De Franse impressionisten schilderen heel weinig details. Zij zijn van mening dat je die ook niet goed ziet wanneer je in de buitenlucht tegen een omgeving aankijkt. Terwijl de Nederlandse impressionisten al veel meer details laten zien. Het lichtval is bij elk schilderij weer anders. Als een Nederlandse impressionist een persoon schildert in een kamer, zal het lichtval anders zijn dan wanneer een Franse impressionist de natuur schildert. Zo zijn er verschillende soorten lichtval, wat elk schilderij weer anders maakt.

dinsdag 3 februari 2009

Theoretisch deel (nog niet helemaal af)

Het originele document bevat veel plaatjes e.d. Maar dit krijgen we in geen mogelijkheid op de blog. Helaas...

De geschiedenis van het impressionisme
Het impressionisme beslaat een korte maar heftige tijd in de kunstgeschiedenis. Het begin jaar van het impressionisme wordt vastgesteld op 1863. Het eindjaar van het kunsttijdperk impressionisme is 1914. Het begin van de eerste wereld oorlog wordt gezien als het abrupte einde.

De maatschappij in de tijd van het impressionisme
In de beginjaren van het impressionisme veranderde de wereld van de West-Europeanen ingrijpend. De agrarische samenleving veranderde naar een industriële samenleving. Er werden veel uitvindingen gedaan en het leven van de West-Europeanen kwam op zijn kop te staan. De economie veranderde ingrijpend. De industrie en de fabrieken werden de belangrijkste werkplaatsen en veel mensen trokken naar de steden. De steden konden deze grote intocht van mensen niet aan, en dus leefde veel mensen onder de armoedegrens. Deze periode werd wel gezien als een afsluiting van een slechte periode, en het begin van een nieuwe periode. Dit wordt ook wel het ‘fin de siècle’ genoemd.

Deze verandering van de maatschappij vond ook plaats In Frankrijk waar het impressionisme is ontstaan. De leiders van Frankrijk stonden onder druk. Frankwijk was betrokken bij een paar oorlogen en kreeg een nieuw leiderschap, het werd een Republiek.

Het impressionisme
Het impressionisme is dus in Frankrijk ontstaan en wordt ook altijd gezien als een Franse stroming. De schilders van het impressionisme wilde schilderijen en kunstwerken maken vanuit hun beleving. Ze schilderen wat ze zagen, de werkelijkheid. Dit was in deze tijd gemakkelijk te doen, omdat er meer kans was om buiten het atelier te gaan schilderen. Hierdoor konden schilders ook samenkomen en werd er naast schilderen ook gediscussieerd over kunst. De schilderingen waren vanuit de natuur geschilderd en precies zoals ze gezien werden. Kleuren die niet in de natuur voorkwamen werden dan ook niet gebruikt. Door sommige wordt er ook wel gezegd dat de impressionisten schilderden uit een verliefd oogpunt. Alles werd net even mooier gemaakt dan dat het eigenlijk was.

De impressionisten zetten zich af tegen de bestaande kunststromingen: de classicisme. Ze verzamelde zich. Hun onderwerpen en ideeën waren niet allerdaags en werden afgewezen door de bestaande ‘officiële’ kunstenaars. De eerste grote tentoonstelling van de impressionisten vond plaats in 1874. Schilders die hier bijvoorbeeld tentoonstelde waren Claude Monet, Edgard
Degas en Berthe Morisot. Ze noemde hun tentoonstelling ‘Salon des independants’ wat salon van onafhankelijke betekend. Dit laat zien dat de impressionisten zich niets aantrokken van de bestaande kunstwereld en hun eigen plan trokken. De groep noemde zich ‘het Société anonyme des artistes, peintres, sculpteurs, graveurs etc.

Door de bestaande kunstwereld werd de tentoonstelling vol afschuw bekeken. Ze vonden dat de kunstenaars verkeerde onderwerpen schilderde en slordig schilderde. Ook werden de schilderijen slecht beoordeeld in de tijdschriften. In het bekende Parijse blad ‘Charivari’ maakte de journalist Louis Leroy een schilderij van Claude Monet (Impression du soleil levant) zwart. Met het citaat: ‘Inderdaad, een ‘impressie’! Er moet zich daar ergens een impressie bevinden. En wat een vrijheid, wat een stoutmoedige uitvoering! Behangpapier is in zijn ruwe vorm zorgvuldiger dan deze zee van verf’(http://www.kunstbus.nl/,
San Marco Venetië – Boudin 2008). Hij noemde de schilders van de tentoonstelling ‘impressionisten’. Eerst was dit sarcastisch bedoeld, maar de impressionisten vonden het bij zich passen en namen deze naam aan voor de stroming die ontstaan was.

Invloeden op het impressionisme
- Landschapskunst
De impressionisten schilderden zoals eerder genoemd veel landschappen. Het werk van andere landschapkunstenaars was een grote invloed hierop. De school van Barbizon, een groep schilders die vanaf 1830 in de vrije natuur werkte, is hier een voorbeeld van. Ook kunstenaars zoals William Turner en de Nederlander Johan Barhold waren van invloed op de impressionisten.

- De Romantiek
De Romantiek was een periode waarin mensen een afkeer kregen van de academische kunst. Volgens de kunstenaars was deze te formeel. Echte kunstenaars zouden tegen de gevestigde orde strijden, zoeken naar een eigen stijl en niet meelopen met de rest. In de Romantiek was de natuur heel belangrijk voor de mensen. Ze vonden daar hun eigen grondslag terug. In het impressionisme is de natuur ook heel belangrijk. Er was het verlangen om één te worden met de natuur, zo konden ze vluchten van de industrie.

- De industriële revolutie
Deze revolutie had een duidelijk effect op het leven en werken van de impressionisten. In die tijd waren veranderingen van de wereld nog niet aan de orde van de dag. Door de groei van mogelijkheden om te reizen kwamen de kunstenaren vaker bijeen. Ze konden ook naar andere landen reizen en daar schilderingen van maken. Ook kwam er door de industriële revolutie een bevolkingsgroep die rijk was, een goede afzetmarkt voor de kunstenaars.

Ook kwam in de industriële revolutie een opkomst van natuurwetenschap. Dit ging een belangrijke rol spelen in Frankrijk. De bestaande kunst paste niet goed bij deze wetenschappen en het impressionisme wel.

Wat schilderde de impressionisme
De bekendste werken van de impressionisten waren natuurlijk de natuurlandschappen. Dit was echter niet het enige wat ze schilderden. De impressionisten schilderde alles wat ze er mooi genoeg voor vonden. Veel trokken hiervoor de natuur is maar het kon ook bij de eigen tuin blijven. Ook werden er voorstelling geschilderd zoals theater en dansvoorstellingen.

Kenmerken van impressionisme
In de tijd voor de impressionisten gebruikte men vaak een donkere, zwarte achtergrond. De impressionisten maakten juist gebruik van lichte, witte canvas doeken en beschilderden deze met olieverf. De impressionisten gebruiken hun eigen stijl. Ze schilderen wat ze zien, dus wat hun impressie en eerste indruk is. Daardoor zit er op de schilderijen altijd een persoonlijk tintje aan de werkelijkheid. Deze stroming is de overgang van de oude naar de moderne kunst. Impressionisme komt voor in de schilderkunst en een klein beetje in de beeldhouwkunst. Het komt niet voor in de bouwkunst. De schilders schilderen wat ze zien. Dit brengen ze snel op hun doek aan, zodat het geschilderde een momentopname is. Ze maken daarbij gebruik van het lichtval en schilderen alleen met zuivere kleuren (kleuren van het spectrum), dus geen zwart. Normaal werden de schaduwen met zwart weergegeven. Bij het impressionisme is dit dus niet het geval. Ook de schaduwen worden met zuivere kleuren geschilderd.

Naast het geen zwart gebruiken, schilderen de impressionisten ook geen details. Deze vallen namelijk ook niet op tijdens een momentopname. Ook worden de omtreklijnen weggelaten, de verschillende kleurvlekken worden naast elkaar geplaatst. Vaak schilderen deze schilders plain-air (in de buitenlucht), de natuur is dan ook vaak het onderwerp van hun kunstwerk. Af en toe worden er ook portretten en taferelen geschilderd.

De schilders zetten korte penseel streken. Ze mengen geen kleuren, maar zetten deze naast en door elkaar, waardoor het werk er elke keer weer net wat anders uitziet. Wel schilderen ze verschillende kleuren over elkaar heen. Dit doen ze wanneer de verf nog nat is. Impressionisten maken gebruik van het lichtval dat ze zien tijdens het schilderen. Doordat het lichtval buiten constant verandert, zien de schilderijen er vaak slordig uit. Pas wanneer je ze van een afstandje bekijkt, zie je het mooie van het schilderij. Naast het veranderen van het lichtval, zijn er ook een heleboel verschillende soorten lichten. Zo is er zon licht, kunstlicht, direct licht, weerkaatst licht, naar het tijdstip verschillend licht, en licht dat door de ondergrond (ruw of glad) geabsorbeerd wordt of juist gaat schitteren.

De schilderijen die de impressionisten in Nederland hadden geschilderd, zagen er vaak wat minder vrolijk en kleurrijk uit. Dit kwam doordat het weer hier minder goed was. En aangezien de schilders, schilderen wat ze zien, zie je het weer van Nederland terug in de kunstwerken.

Isaac Israels
Isaac Israels werd op 3 februari 1865 geboren in Amsterdam. Hij is de zoon van de schilder Jozef Israels en Aleida Schaap. Hij had een zus, Mathilda Anna, zij was een jaar ouder dan Isaac. Isaac zijn vader was een beroemd schilder in de 19e en het begin van de 20ste eeuw. Zijn vader was niet alleen heel erg op het schilderen gericht, maar ook op het schrijven van boeken Ook de moeder van Isaac, Aleida, was erg geïnteresseerd in literatuur. De omgeving waar Isaac in opgroeide was erg stimulerend voor Isaac. Hij kwam van jongs af aan dagelijks in aanraking met literatuur en de schilderkunst. Hij las op 16 jarige leeftijd “Dante en leopardi” in het Italiaans.

Op zijn 13e maakte Isaac samen met zijn ouders en zus een reis door Europa. Isaac heeft daardoor weinig onderwijs gehad, maar zijn talenkennis heeft hij tijdens deze reis goed ontwikkeld. Isaac zijn ouders waren al snel van mening dat zijn zoon een groot talent had voor tekenen en schilderen. Hij kon zich beter op die vakken gaan concentreren in plaats van naar school te gaan. Hij heeft even gestudeerd aan de Haagse Academie.

Isaac heeft zijn debuut gemaakt op de ‘Tentoonstelling van Levende Meesters’ in Den Haag met het schilderij De trompetles in de kazerne. Vervolgens schilderde hij Begrafenis van de jager en Het transport der kolonialen. Op zijn 19e was zijn naam al groot onder de schilders.

Isaac heeft een tijd zijn twijfels over het schilderen gehad. Hij wist niet zo goed of dit wel was wat hij wilde. Hij wilde de werkelijkheid in beeld gaan brengen. Dit heeft hij in eerste instantie gedaan met het tekenen van Belgische landschappen en portretten. Deze werkwijze ging hij ook in Nederland uitvoeren. Zijn nieuwe werk werd niet heel erg bewonderd en kreeg weinig bekendheid. Zijn ouders maakten zich zorgen. Maar gingen dan toch akkoord.

In 1894 stierf zijn moeder. Isaac is veel gaan reizen, om aan nieuwe werken te komen en zijn bekendheid te vergroten. Rond 1900 hield Isaac zich bezig met het schilderen twee mannequins bij Hirsch van modellen. In 1903 is hij een modestudie gaan volgen in Parijs. Daar maakte hij zijn beste werken. De onderwerpen van zijn succesvolle werken zocht hij in de modewereld, cafés, cabarets en theaters. Ook heeft hij veel van het straatleven van Amsterdam vastgelegd in zijn schilderijen. Hij stelde zijn schilderijen tentoon in Amsterdam. In Parijs was hij niet heel bekend.

Hij vervolgde zijn carrière in Engeland, Londen. Door de oorlog in 1914 mocht hij niet meer op straat werken. Hij reisde naar Zwitserland om daar te schilderen. Toen hij terugkwam was er veel veranderd. Vanaf 1922 leidde hij een teruggetrokken bestaan. Op 7 oktober 1934 overleed hij door een auto ongeluk.

Oscar-Claude Monet
Oscar-Claude Monet werd op 14 november 1840 geboren in Parijs. Hij is de tweede zoon van Claude Adolphe Monet en Louise-Justine Aubry. De familie van Oscar bestond uit vader, moeder, zoon Léon en Oscar-Claude Monet. Zijn ouders hebben geen ervaring op het gebied van schilderkunst. Toen Oscar-Claude Monet 5 jaar oud was, verhuisde hij met zijn hele familie naar Le Havre. Hier leerde Oscar-Claude de schilder Boudin kennen. Boudin leerde Oscar-Claude verschillende schilderkunsten. Hij leerde onder andere de basistechnieken van het schilderen met olieverf en een aantal technieken om op straat te werken. Op de middelbare school werd Oscar-Claude vooral bekend om zijn karikaturen. Hij was in tegenstelling tot Boudin erg geïnteresseerd in het schilderen van landschappen.

Op 19-jarige leeftijd besloot Oscar-Claude een schilderstudie in zijn geboortestad Parijs te gaan volgen. Maar het bood hem niet datgene wat hij wilde. Hij werd al snel opgeroepen om in dienst van het leger te gaan. Hij werd uitgezonden naar Algerije. Dit vond hij helemaal niets, maar er zomaar vertrekken was ook geen optie. Een tante van Oscar-Claude heeft hem vrijgekocht, op voorwaarde dat hij zich zou gaan storten in het kunstonderwijs.

Dit deed Oscar-Claude Monet, en hij kwam weer terug naar Parijs. Hij is hier gaan studeren aan de ‘Zwitserse school’. Hij raakte bevriend met 3 andere studenten aan de ‘Zwitserse school’. Pierre-Auguste Renoir, Frédéric Bazille en Alfred Sisley werden goede vrienden en collega’s en zij worden dan ook wel de grondleggers van het impressionisme genoemd. Zij waren vaak samen te vinden in Fountainbleau. Dit is een bos vlakbij Parijs, waar zij in een mooie omgeving in de openlucht konden schilderen. Oscar-Claude is daar in plaats van donkere kleuren en veel schaduwen gebruik gaan maken van veel verschillende kleuren en open ruimtes.

Ondanks het heel goed liep met de nieuw ontwikkelde stijl van de vier maatjes, wilde Oscar-Claude ook binnenkomen in de erkende schilderswereld. Hij maakte daarom een aantal schilderijen aan de normen die aan de schilderijen gesteld werden. Een aantal van deze
Impression, Soleil levant werken werden goed ontvangen door de “Salon”. Maar een echt succes was er niet voor Oscar-Claude. In 1872 kwam daar zijn eerste grote succes als impressionist, “Impressie, zonsopgang”. Dit was een schilderij van een zonsopgang in Le Havre.

De laatste paar jaar van Oscar-Claude zijn leven leed hij aan staar. Operaties waren niet mee mogelijk. Deze ziekte was in zijn schilderijen goed terug te zien. Er werden rare kleurencombinaties gebruikt.Oscar-Claude Monet is op 5 december 1925 op 85-jarige leeftijd gestorven aan kanker.
(Carla Rachman, 1997) (http://www.kunst-en-cultuur.infonu.nl/)

donderdag 22 januari 2009

Les 3 + extra les museum

Les 3. Aan de slag.
Beginsituatie.
De kinderen hebben al kennis gemaakt met het impressionisme en weten al welke kenmerken hierbij horen. Ook weten ze de verschillen tussen de Franse en de Nederlandse impressionist.

Lesdoelen voor de leerlingen.
De kinderen kunnen de kenmerken van het impressionisme toepassen tijdens het maken van een schilderij.

Organisatie.
Het begin van deze les vindt gewoon in de klas plaats. De kinderen kunnen op hun eigen plek blijven zitten. Bij de kern gaat u met de kinderen naar buiten. U kunt naar het schoolplein of naar een plek die u geschikt vindt.

Materiaal.
-
Voor u zelf nog even de kenmerken op een rijtje.
-Vragenlijst over de kenmerken.-papier (A-3 of A-4 formaat, wat u wilt)
-(Olie) verf
-Bakjes water-
Stukjes doek om kwast droog te maken

Inleiding. 15 min.
U begint deze les met een klein toetsje over kenmerken van het impressionisme. Na het maken van deze toets, behandelt u de antwoorden. Nu kunt u zien wat er nog is blijven hangen en waar de kinderen nog wat moeite mee hebben. Aan de hand van wat de kinderen nog lastig vinden, weet u wat er nog even behandeld moet worden. U bespreekt de kenmerken. Voor de duidelijkheid kunt u ze op het bord schrijven of voorbeelden laten zien.

Kern. 60 min.
In de kern gaan de kinderen zelf aan de slag. Jullie gaan met z’n allen naar buiten en zoeken een plekje uit. Daar tekenen de kinderen wat ze zien, met de techniek en de kenmerken van het impressionisme. De kinderen mogen alleen hun stoel, het blaadje, verf en kwast meenemen. Eventueel ook de kenmerken op een blaadje. Ze mogen geen potlood meenemen, want dan kunnen ze eerst gaan schetsen en het is juist de bedoeling dat ze meteen tekenen wat ze zien. Het is verstandig om rond te lopen om te kijken of de kinderen op de juiste weg zijn.

Afsluiting. 15 min.
In de afsluiting laten de kinderen aan elkaar zien, wat ze hebben gemaakt. Misschien kunnen de andere kinderen raden wat diegene geschilderd heeft, en waar dit plekje is. De kinderen vertellen welke kenmerken en technieken ze hebben gebruikt en wijzen dit aan op hun schilderij. De kunstwerken krijgen een mooi plekje in de klas of op de gang.


De kenmerken op een rijtje voor de kinderen.
-zuivere, vrolijke kleuren. Geen zwart.
-De schaduwen zijn ook kleurrijk.-Schilder wat je ziet.
-Maak gebruik van het licht.-Geen details.
-Geen omtreklijnen.
-Er wordt vaak in de buitenlucht geschilderd.-Er wordt met korte strepen geschilderd.-Geen kleuren mengen, maar naast elkaar zetten.-Met een andere kleur over de nog natte verf schilderen.

Vragen over de kenmerken van het impressionisme.
Vraag 1. Impressionisten schilderen met lange vegen.
Goed Fout

Vraag 2. Impressionisten schilderen geen details.
Goed Fout

Vraag 3. Impressionisten schilderen wat ze zien.
Goed Fout

Vraag 4. Impressionisten mengen kleuren door elkaar.
Goed Fout

Vraag 5. Impressionisten gebruiken alle kleuren.
Goed Fout

Vraag 6. Impressionisten verven met een andere kleur over de nog natte verf heen.
Goed Fout

Vraag 7. Impressionisten zitten vaak binnen wanneer ze schilderen.
Goed Fout

Antwoorden op de vragen over de kenmerken van het impressionisme.
Vraag 1. Impressionisten schilderen met lange vegen.
Goed Fout

Vraag 2. Impressionisten schilderen geen details.
Goed Fout

Vraag 3. Impressionisten schilderen wat ze zien.
Goed Fout

Vraag 4. Impressionisten mengen kleuren door elkaar.
Goed Fout

Vraag 5. Impressionisten gebruiken alle kleuren.
Goed Fout

Vraag 6. Impressionisten verven met een andere kleur over de nog natte verf heen.
Goed Fout

Vraag 7. Impressionisten zitten vaak binnen wanneer ze schilderen.
Goed Fout


Extra les. Nogmaals aan de slag.(Uit het lespakket van het Theo van Gogh museum.)
Wanneer u de kinderen zelf nog meer aan de slag wil laten gaan, kunt u deze opdracht nog gebruiken. Deze les komt uit het lespakket van het Theo van Gogh museum. De kinderen gaan een bloemstilleven schilderen. Herinner de kinderen nog even aan de kenmerken van het impressionisme.

Materiaal.
- Boeket (kunst-)bloemen of alternatief daarvoor
- Schilderpapier
- Oude kranten
- Stevige kwasten in verschillende diktes
- Verf
- Potten of bakjes met water
- Lapjes om tussendoor de kwasten mee te drogen

Als kunstenaars een tekening of schilderij maken van dingen die door hen
op een mooie manier bij elkaar zijn neergezet, dan noem je dat een stilleven.
Op een stilleven zijn nooit mensen te zien. Wel kan er een mooi gedekte
tafel met eten en drinken op staan. Of alleen maar voorwerpen, zoals vazen,
glazen of schalen. Als het stilleven een tekening of schilderij is van een vaas
met bloemen, dan noem je het een bloemstilleven. Kunstenaars maken zulke
afbeeldingen graag, omdat ze er meestal veel mooie kleuren bij kunnen
gebruiken.
De leerlingen maken aan de hand van een voorbeeld in de klas zelf ook een bloemstilleven. Dat voorbeeld kan een boeket echte bloemen of kunstbloemen zijn, maar een aantal gekleurde bollen wol of grote proppen gekleurd papier op stokjes is ook goed mogelijk. Met dubbelgevouwen stroken groen papier kan daarbij bladgroen worden nagebootst. Het voorbeeld dient de leerlingen enkel ter inspiratie: het gaat er bij deze opdracht vooral om, dat ze met verschillend
gekleurde vlekken, strepen, vegen en stippen een mooi gecombineerd boeket suggereren. Wijs ze er op, dat de vaas waarin de bloemen staan op een ondergrond staat.”

Bronnen.
Gombrich, E.H. (1975). Eeuwige schoonheid, inleiding tot de kunstgeschiedenis. Bussum: De Haan.
Hautecoeur, L. (n.d.). Georges Seurat. Milaan: Gruppo Editoriale Fabbri.

Medewerkers afdeling educatie en publieksservice van Van Gogh Museum. (N.d.) Lespakket Vincent en Theo van Gogh. Gevonden op 14 januari 2009 op http://www3.vangoghmuseum.nl